63 Keyword Density: Temperatuur
Hoe trager het distillatieproces verloopt des te puurder de alcohol zal zijn. Om een topkwaliteit te krijgen moet de thermometer op 78º C (+/- 0.2º C) blijven. De temperatuur wordt geregeld via de warmtebron onder de distillatieketel en door het manipuleren van de koelwatertoevoer. De afstelling van de warmtebron wordt ruwweg ingesteld en de fijnafstelling gebeurt met de koelwatertoevoer.
Een correct ingesteld distillatieapparaat (met koelbuizen dwars door de kolom) behoeft bijna geen aandacht. Het distillaat bestaat minimaal uit 85% alcohol. Wanneer alle alcohol uit het beslag is gedistilleerd, komt het distillatieproces tot een einde. De temperatuur in de kolom daalt en het gecondenseerde beslag
loopt terug in de stookketel. De warmtebron onder de ketel mag niet via een thermostaat geregeld worden, omdat het dan niet mogelijk is de temperatuur goed in te stellen en het beslagschuim kan vervolgens de kolom verstoppen. Met warmte elementen in de stookketel kan men het beslag snel opstarten en vervolgens enkele elementen gaan uitschakelen, waarna het distilleren met één à twee elementen kan worden voortgezet.